Het “verplicht” gebruik van Justrestart andermaal genuanceerd.

Het opzet van een geïnformatiseerde gegevensbank (art. 1675/20 Ger.W.) in de procedure collectieve schuldenregeling onderuitgehaald.

Het recente arrest arbh. Gent (afd. Gent) van 23 juni 2025 nuanceert andermaal het verplicht gebruik van het Justrestart-register in de procedure collectieve schuldenregeling. Het arbh. gaat daarmee in dezelfde richting dan het arbh. Brussel in het arrest van 3 maar 2023 (AR 2024/AB/705, onuitgegeven) dat reeds een eerste aanzet gaf in die zin.

Hoewel de beheerder het “verplicht gebruik” van het register graag onderlijnd, het gaat na deze arresten nog slechts om een semantisch discours.

Wanneer de toepassing van art. 1675/15bis Ger.W. immers onder de nietigheidsleer valt (cfr. randnr. 9), kan behoudens aangetoonde belangenschade, de schending van het zgn. verplicht gebruik geen aanleiding geven tot enige sanctie.

Behoudens aangetoonde belangenschade kan een papieren drager of het gebruik van e-deposit niet leiden tot einige sanctie in de zin van art. 1675/15bis Ger.W. Papieren dragers (post, fax, ..) en e-deposit (dat bovendien gratis is), kunnen bijgevolg zondermeer verder worden blijven gebruikt. De arbeidsrechtbanken en hun griffies kunnen die stukken ook niet (langer) negeren. Belangenschade kan immers alleen worden ingeroepen door de geschade.

Hoger beroep (verder HB) dat wordt ingesteld tegen de herroeping, valt niet onder toepassing van (de sanctie van) art. 1675/15bis Ger.W. (cfr. randnr. 5) Neerlegging van het HB tegen de herroepeing via e-deposit (of neergelegd via de griffie cfr arrest Brussel) kan bijgevolg. Zoals gezegd: behoudens belangenschade kan e-deposit zondermeer worden gebruikt. Belangenschade wordt in casu niet aangetoond.

Iedereen weet dat in de huidige stand van wetgeving en rechtspraak die belangenschade haast nooit kan worden aangetoond. Van een absolute nietigheid kan er evenmin sprake zijn, omdat de Potpourri-wetgever bij Wet van 19 oktober 2015 (B.S. 22 oktober 2015 (ed. 1) de absolute nietigheden uit het wetboek heeft geschrapt.

Daarentegen valt HB in het kader van de ‘inleiding van de procedure’ (procedure op éénzijdig verzoek) alsdus het arbh. Gent wel onder toepassing van art. 1675/15bis Ger.W. (cfr. randnr. 6) Deze vorm van HB zou dan wel via Justrestart dienen te verlopen. Uiteraard voor de verzoeker en de buitenlandse rechtspersonen stelt zich de uitzonderingsmogelijkheid dit nog steeds via de griffie op papier te doen en allicht ook via e-deposit (?).

Vraag is uiteraard of cassatie dezelfde lezing zou geven aan de sanctie van art. 1675/15bis Ger.W. en dat deze valt onder de nietigheidsleer ? Er is immers ook een andere lezing mogelijk.

Vraag wat dan met andere HB (andere dan HB tegen herroeping of inleiding van de procedure) ? Uit de verantwoording van het arrest kan worden afgeleid dat het arbh. van oordeel is dit kan blijven verlopen als bepaald in het gemeen recht (en dus ook via e-deposit of papier).

Ook over de oproepingen en kennisgevingen – in ieder geval zijn ze niet gebeurd via Justrestart en werden ze ook niet opgeladen – gaat het arbeidshof uit de van de nietigheidsleer. Wanneer

geen belangenschade wordt aangetoond (zoals in casu) … geeft het niet-gebruik van Justrestart geen aanleiding tot een concrete sanctie. Bijgevolg blijft het niet opladen van oproepingen, kennisgevingen, besluiten en stukken via Justrestart zonder verdere invulling. Het arbh. legt digitalisering van deze niet in Justrestart opgenomen stukken niet op.

Daarmee oordeelt het arbeidshof in fine dat er naast het register als authentieke bron er ook een alternatief papieren circuit (arbh. Brussel) en alternatief digitaal circuit (e-deposit) (arrest arbh. Gent) kan blijven bestaan, en dat stukken die via deze alternatieve circuits zijn gecommuniceerd niet (verplicht) in het register dienen te worden opgeladen (art. 1675/15bis, §2 Ger.W.).

Dit compliceert zondermeer de procedure collectieve schuldenregeling nog verder, vermits meerdere systemen (digitaal en papier) naast elkaar blijven bestaan; twee of meerdere griffiedossiers en twee of meerdere ‘dossiers van de rechtspleging’ … naast elkaar bestaan.

Het opzet van de wetgever van een geïnformatiseerde gegevensbank in de zin van art. 1675/20 Ger.W. is daarmee begraven en er wordt in tegenstelling tot het opzet geen volledige digitalisering van de procedure collectieve schuldenregeling gerealiseerd.

Het register als grote vernieuwing lijkt daarmee achterhaald en begraven. Niets verantwoordt nog een verdere financiele injectie wanneer het opzet niet langer wordt ingevuld.

Wat de retributie betreft wordt de nieuw aangestelde schuldbemiddelaar daarmee gelast (pg. 24 onder). Quid bijgevolg met de debetnota ’s opgesteld op naam van de vervangen schuldbemiddelaar ? Deze laatste kan immers aldus het arbeidshof niet langer worden aangesproken.

De introductie van Justrestart heeft de procedure collectieve schuldenregeling er tot dusver alleen onnodig complexer en trager op gemaakt, en dat terwijl de verzoeker-schuldenaar in de procedure al langer door de bomen het bos niet meer ziet.

Voor de advocaat van de schuldenaar-verzoeker is het ingeval van HB in het kader van de ‘inleiding van de procedure’ (procedure op éénzijdig verzoek) is het opletten geblazen: vergeet Justrestart niet !

Retorisch: wie is van de introductie van Justrestart op 02/11/2023 (financieel) beter geworden ? Alvast de schuldenaar-verzoeker niet.

Geef een reactie